Zijn schema’s en tabellen in wetenschappelijke publicaties auteursrechtelijk beschermd?
In de zaak tussen een arts en Agmen, een biotechnisch bedrijf, ging het om een medisch artikel over erfelijk bepaald verhoogd LDL cholesterol. In het artikel is een schema opgenomen voor de diagnose van Familiaire Hypercholesterolemie. Met behulp van het schema kan een berekening worden gemaakt (een tabel) aan de hand waarvan de diagnose gesteld kan worden. De vraag was met name of het schema en de tabel auteursrechtelijk beschermd waren.
Inbreuk op auteursrecht?
De arts die in het kader van zijn wetenschappelijke werk het schema en de tabel had bedacht en uitgewerkt stelde, dat Agmen zonder zijn toestemming het schema en de tabel had gebruikt voor een folder, waarmee zij een website voor professionele beroepsbeoefenaren promoot. Dat betekende volgens hem, dat Agmen inbreuk maakte op zijn auteursrecht. Hij vordert de stopzetting van het gebruik van zijn schema en tabel en eist onder meer de afdracht van de winst die met het verspreiden van de folders is gemaakt.
Eigen persoonlijk karakter
Voordat sprake kan zijn van een inbreuk op het auteursrecht, moet eerst worden vastgesteld of het object van de inbreuk wel een auteursrechtelijk beschermd werk is. De arts stelt dat het artikel, het Schema en de FH Score zelfstandig door hem zijn ontwikkeld in de periode dat hij niet (meer) in loondienst was van het AMC. De betreffende ‘werken’ hebben volgens hem een eigen persoonlijk karakter en zijn het resultaat van zijn scheppende menselijke arbeid en creatieve keuzes.
Verzameling feiten en gegevens
Agmen stelt daartegenover, dat het schema en de tabel bestaan uit niet beschermde openbare feiten en dus niet het resultaat kunnen zijn van eigen creatieve keuzes. De rechter valt terug op een arrest van de Hoge Raad van 4 januari 1991 (ECLI:NL:HR:2006:AU7508), waarin het bepaalt, dat een verzameling feiten en gegevens in beginsel niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, tenzij die verzameling het resultaat zou zijn van een selectie die een persoonlijke visie van de maker tot uitdrukking brengt.
Objectieve en subjectieve trekken
Er moet bij de beoordeling van de vraag of werken als deze auteursrechtelijk beschermd zijn onderscheid gemaakt worden tussen de objectieve en subjectieve trekken die het werk vertoont. Objectieve trekken zijn niet beschermd, subjectieve wel. Onder de objectieve trekken worden verstaan het reeds bestaande materiaal (de feiten en gegevens, die de auteur daarin heeft verwerkt). Die zijn dus niet beschermd. Ook is ‘objectief’ wat de auteur logisch kan afleiden uit het bestaande materiaal, zoals een ontdekking of logische conclusies. Ook dat afgeleide deel bezit slechts een objectieve geldigheid en mist dus auteursrechtelijke bescherming.
Eigen smaak, specifieke voorkeur
Zijn er bij dit soort werken dan nooit subjectieve wél beschermde trekken aan te wijzen? Ja, dat kan heel goed. Maar dan moeten die wel heel specifiek worden aangegeven en er moet dan wel genoegzaam worden onderbouwd waar die persoonlijke subjectieve aspecten in bestaan. Dat kan bij voorbeeld de eigen smaak van de auteur zijn of zijn specifieke voorkeur of ook een bepaalde persoonlijke gewoonte die hij in zijn werk tot uiting brengt.
Functionele vereisten
Volgens de rechter in deze zaak is aan de hand van de stellingen van de arts niet voldoende duidelijk geworden waar dit 'subjectieve' precies in zit. De arts geeft weliswaar een uitgebreide verklaring over de wijze waarop zijn werk tot stand is gekomen, maar de rechter schaart dit allemaal onder het objectieve en dus onbeschermde deel van het werk. In de woorden van het vonnis: “De geestelijke arbeid die de arts heeft verricht betreft het verzamelen van gegevens, het selecteren daarvan op basis van hun (objectieve) medische geldigheid en op basis van functionele vereisten en het toekennen van een waarde (Score) aan antwoorden”.
Hoger beroep?
De rechter legt de overweging van de arts, dat het onwaarschijnlijk is dat een andere wetenschapper onafhankelijk tot de ontwikkeling van een overeenstemmend Schema en Score zou komen,naast zich neer. Althans het kan volgens hem geen argument zijn om auteursrechtinbreuk aan te nemen. Het lijkt erop, dat de rechter hier aangeeft dat een ander rechtsmiddel meer kans van slagen zou hebben gehad. Dat zou een aanwijzing kunnen zijn om hoger beroep te overwegen en daarbij de gestelde onrechtmatigheid van de handelwijze van de gedaagde ruimer te formuleren. Op grond van art. 130 lid 1 Rv heeft de appellant immers de bevoegdheid zijn eis of de gronden daartoe te wijzigen.