Kunsthorloge inbreuk op auteursrecht
Twee eigenaren van een exclusief horlogemerk in Denemarken hadden een commercieel interessant plan. Zij kochten op een veiling voor
€ 80.000,00 een kunstwerk. De maker was de niet alleen in Denemarken maar ook internationaal bekende kunstenaar Tal Rozenzweig. Het plan was om het canvas waar het werk op geschilderd was te versnijden en de delen van het doek te verwerken in de wijzerplaten van horloges.
Statement van de eigenaren
Deze exclusieve horloges (in een oplage van 300 stuks) zouden vervolgens onder het merk Letho voor € 1.400,- op de markt komen. De eigenaren meenden dat zij aldus vrij hun gang konden gaan. Het omvattender plan was om met de verwerking van delen van bekende kunstwerken een reactie uit te lokken bij het publiek. Met dat doel voor ogen hadden zij inmiddels ook van drie andere bekende Deense kunstenaars kunstwerken gekocht. Wat in ieder geval lukte was een reactie bij de kunstenaar.
Verzet tegen wijziging en aantasting
Die was, toen hij kennisnam van de plannen, not amused. Hij noemde de plannen “respectloos” en “alleen maar bedoeld om geld te verdienen”. Zijn advocaat baseerde die boodschap later op de auteursrechtelijke wetgeving in Denemarken die vanwege de Europese richtlijnen niet veel anders is dan in Nederland. De maker van een werk heeft volgens art. 25 van de Nederlandse Auteurswet (en dat zal in Denemarken niet anders zijn) het recht zich te verzetten tegen een wijziging of aantasting van een kunstwerk als daarmee zijn eer en goede naam wordt aangetast. Verzet hij zich tegen een wijziging dan moet dat verzet wel redelijk zijn.
Beperking van de vrijheid van een eigenaar
Het vereiste respect voor een werk geldt ook voor een eigenaar. Een koper mag dus niet zomaar met een kunstwerk doen wat hij wil. De Deense kunstenaar had er geen bezwaar tegen als zijn werk zou worden doorverkocht of vernietigd, maar hij accepteerde niet, dat zijn werk zou worden gewijzigd en vervolgens in gewijzigde staat weer op de markt zou worden gebracht, zeker niet als daarvoor commerciële redenen waren.
Onherkenbaarheid van het kunstwerk
De Deense eigenaren van het horlogemerk zeiden tot hun verweer dat de stukjes van het schilderij zo klein waren dat je niet meer kon zien van welk werk ze afkomstig waren. Ze hadden zelfs berekend dat het gebruikte deel van het kunstwerk slechts 0.04 % bedroeg. De rechter was daar terecht niet gevoelig voor. Hij verbood niet alleen de verdere handel in de ‘kunsthorloges’ maar ook het openbare evenement waarmee het kunstwerk zou worden vernietigd, diende te worden opgeschort.
Oplossing
Ik zou partijen adviseren de koppen bij elkaar te steken en te zien of en zo ja hoe ze het eens kunnen worden over een elegante oplossing. Een oplossing eigenlijk die al veel eerder beproefd had moeten worden vóórdat de rechter werd ingeschakeld. Maar ja, pas onder druk wordt alles vloeibaar.